Hoe beperkter de werkweek, des te groter is het risico op armoede
12 maart 2019Hoe beperkter de werkweek, des te groter is het risico op (langdurige) armoede. Het meeste risico lopen zelfstandigen die in deeltijd werken. Dat geldt het sterkst voor zmp’ers die werken in kleine deeltijd, maximaal 24 uur per week. Bijna 3 op de 10 lopen het risico te maken te krijgen met armoede. Daarna volgen zzp’ers en werknemers in kleine deeltijd, tot maximaal 24 uur werk voor een gebruikelijke werkweek, met respectievelijk 21,3 en 6,2 procent. Ook zmp’ers en zzp’ers die meer uren in deeltijd werken (een gebruikelijke werkweek vanaf 24 uur ) lopen met een aandeel van rond 15 procent een verhoudingsgewijs hoog risico. Wel werken er relatief weinig zmp’ers in deeltijd, bijna 4 op de 5 werken voltijds. Bij werknemers en zzp’ers is het aandeel deeltijders groter (iets meer dan 2 op de 5).
Bij de voltijders is het risico op armoede aanzienlijk kleiner. Bij de werknemers liep in 2017 0,5 procent risico op armoede, bij de zmp’ers 1,0 procent en bij de zzp’ers 1,1 procent. Als het gaat om het risico op langdurige armoede, had dat betrekking op 0,1 procent van de voltijds werkende werknemers en op 0,2 procent van de voltijds werkende zmp’ers en zzp’ers.